Werknemer berust in ontslag op staande voet en heeft recht op ruim half miljoen aan vergoedingen

Een nieuwe uitspraak over ontslag op staande voet. Werknemer in deze zaak (60 jaar) was al 39 jaar in dienst van een supermarkt, laatstelijk als supervisor binnen het distributiecentrum. Hij werd op staande voet ontslagen omdat hij volgens werkgever bedrijfseigendommen zou hebben weggenomen en zich daarmee schuldig zou hebben gemaakt aan diefstal (of verduistering).

Onterecht ontslag op staande voet

De kantonrechter diende in deze zaak te beoordelen of het door de werkgever gegeven ontslag op staande voet terecht was. Er werd geoordeeld van niet.

De rechter stelt voorop dat ontslag op staande voet een “ultimum remedium” is met zeer verstrekkende gevolgen voor de werknemer, waardoor de toets van een gegeven ontslag op staande voet strikt is. De gedraging die werkgever werknemer in deze zaak verwijt, is dat hij buitenlandse emballage, die eigendom was van werkgever, liet afvoeren door een derde en dat het geld dat daarmee werd verkregen werkgever niet ten goede kwam. Werkgever kwalificeert dit als het wegnemen van bedrijfseigendommen en daarmee diefstal (of verduistering) en wijst in de ontslagbrief op het zero tolerance beleid. Werkgever wijst tevens op de voorbeeldrol die werknemer heeft als leidinggevende en dat juist om die reden wordt verwacht dat hij de bedrijfsregels strikt naleeft. Werkgever stelt dat werknemer dit niet heeft gedaan aangezien hij op eigen initiatief had besloten om eigendommen van werkgever door anderen, meer in het bijzonder een werknemer, zijn zoon en diens vriendengroep, mee te laten nemen. De opbrengst van de weggebrachte emballage kwam werkgever niet ten goede.

De rechter oordeelt dat indien er inderdaad sprake zou zijn van het moedwillig ontvreemden van eigendommen van werkgever zij de opvatting van werkgever deelt dat het om een volstrekt onacceptabele situatie gaat en dat van haar niet gevergd kan worden werknemer langer in dienst te houden. Het ontslag op staande voet zou dan terecht zijn. Echter, als van moedwillig vervreemden van eigendommen van werkgever geen sprake is, ligt dat anders, aldus de kantonrechter. Dan was geen sprake van een rechtsgeldige grond voor ontslag op staande voet. Het niet delen van een managersbeslissing als in onderhavige kwestie aan de orde met het hoger management of dat het wellicht achteraf gezien niet de meest optimale beslissing was die genomen is, maakt dat niet anders. Dan is er hooguit sprake van een fout en daar past ontslag op staande voet niet bij. Zeker niet bij een langdurig dienstverband met onberispelijke staat van dienst.

Uit de door werknemer gegeven uitleg heeft de kantonrechter niet de overtuiging gekregen dat werknemer voornemens was om hemzelf, hetzij anderen, te bevoordelen, ten koste van werkgever. Integendeel, werknemer heeft er blijk van gegeven dat hij zijn werk op de beste wijze wilde verrichten. De gekozen werkwijze is mogelijk aan te merken als een foutieve managersbeslissing, maar levert geen grond op voor ontslag op staande voet, zeker niet kijkende naar het lange dienstverband van 39 jaar en de leeftijd van werknemer (60 jaar). Bij dit oordeel heeft de kantonrechter meegewogen dat geen sprake was van vast beleid ten aanzien van het afvoeren van buitenlandse emballage, het bij de functie van werknemer hoorde om zelf oplossingen te bedenken voor problemen, werknemer een kosten-baten analyse had gemaakt, de netto-opbrengst van de emballage als laag wordt ingeschat, de manager van het distributiecentrum op de hoogte was van de werkwijze alsook meerdere medewerkers en het proces zich overdag heeft afgespeeld en werknemer hierover open had gehandeld. De manier van opereren past volgens de kantonrechter niet bij een persoon die willens en wetens zijn werkgever benadeelt.

Vergoedingen

Werknemer berust in het ontslag. Aan werknemer wordt een schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging (€ 20.313,83 bruto), de transitievergoeding (€ 58.641,10 bruto) en een billijke vergoeding toegewezen van € 117.478,00 netto aan pensioenschade en € 331.748,74 bruto aan gederfd loon. Daarnaast is geoordeeld dat indien een gefixeerde schadevergoeding is verrekend met de eindafrekening, deze dient te worden terugbetaald nu geen sprake is van een rechtsgeldig ontslag op staande voet.

Voor de volledige uitspraak zie: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBLIM:2021:5538

Heeft u een vraag over ontslag (op staande voet) of heeft u een andere arbeidsrechtelijke vraag? Neem gerust contact met ons op via 040 – 400 28 28 / 06 – 46 00 89 98 / kim@trustadvocaten.nl

 

Hulp nodig?

Maak een afspraak

Heeft u vragen of wilt u graag een afspraak maken? Neem dan telefonisch contact met ons op of stuur ons een e-mail.

T.040 400 28 28

E.info@trustadvocaten.nl

Trust Platform
Je gebruikt een verouderde webbrowser

Deze website maakt gebruik van moderne technieken die niet worden ondersteund door jouw webbrowser. Update mijn webbrowser

×